Ga naar de hoofdcontent
Praktijkvoorbeeld

Patiënt geeft artsen in opleiding college

Confrontatie met patiënten is belangrijk in de opleiding van artsen. Antoinette de Fouw is verpleegkundige én schildklierpatiënt. Vanuit beide ervaringen geeft zij aankomend artsen college.

Ook al beschouwt Antoinette haar bijdrage aan de colleges vooral als een aardigheidje, het is daarmee niet minder belangrijk! “Voor die studenten in de collegezaal ben ik de patiënt die zij straks in de wachtkamer tegenkomen.”

Andere kijk op behandeling

Naar schatting reageert 10 tot 15% van de schildklierpatiënten onvoldoende op de standaard behandeling. “Het is belangrijk dat artsen vroeg leren dat deze groep bestaat en dat ze die serieus nemen.”

Antoinette draagt inmiddels 3 jaar bij aan de colleges en wil haar rol bij het onderwijsprogramma graag verder uitbreiden. Daarover spreekt ze regelmatig met een hoogleraar aan het Schildkliercentrum van de Erasmus Universiteit van Rotterdam, die tevens lid is van de Medische Adviesraad van Schildklier Organisatie Nederland (SON), de patiëntenorganisatie.

Pijnpunten in patiëntenzorg

Antoinette kan ook als verpleegkundige de pijnpunten in de patiëntenzorg goed benoemen. Daarom heeft ze nog een onderwijskundige suggestie. “Een onderwijsblok Verpleegkunde zou ook voor artsen heel nuttig zijn. Dat is goed voor hun sociale vaardigheden! In het Erasmus Medisch Centrum Rotterdam hebben geneeskundestudenten al bijbaantjes in de dagelijkse zorg voor patiënten. Daarmee krijgen ze meer inzicht in de patiënt als persoon. Zodat zij zich meer kunnen inleven in de patiënt als mens. Zodat niet, zoals nu nog vaak het geval is, de patiënt zich moet aanpassen aan het niveau van de arts.”

Patiëntenparticipatie blijft aandachtspunt

“Sinds 1994 bestaat de Wet op de Geneeskundige Behandelovereenkomst. Deze wet zou de basis leggen voor patiëntenparticipatie en gezamenlijke besluitvorming, maar dat komt nog steeds onvoldoende uit de verf. Op patiëntenfora verneem je keer op keer dat artsen zich niet aan richtlijnen houden. Ook vind ik dat patiënten nog niet voldoende bij medische richtlijnen zijn betrokken. Gelukkig lijkt daar verandering in te komen en worden we al wel serieuzer genomen. Maar het blijft een punt van aandacht.”