Ga naar de hoofdcontent
Methode

Design Thinking

In 5 stappen verbetertrajecten en innovaties realiseren die écht aansluiten bij de behoeften van zorggebruikers. Maak samen met gebruikers diverse prototypes. Test ze en stel telkens bij tot je het gewenste eindresultaat bereikt. Op de manier waarop bijvoorbeeld de iPhone is ontwikkeld. Design Thinking als methode voor patiëntenparticipatie.

Hoe zorg je dat verbetertrajecten en innovaties in de zorg goed aansluiten op de behoeften van de zorggebruikers? Door ze te betrekken bij het realiseren ervan. De participatietheorie is bekend. Maar de uitvoering blijkt keer op keer lastig. Met Design Thinking betrek je patiënten als vanzelf. De methode is vooral bedoeld om problemen helder te krijgen en op te lossen.

Ontwikkel vanuit en met de gebruiker

Design Thinking is een ontwikkelmethode die de behoefte van gebruikers centraal stelt. Hij is afkomstig uit de ontwerp- en IT-wereld, maar is net zo geschikt in andere sectoren. Ook in zorg, onderzoek of beleid.
Toen een aantal grote Amerikaanse bedrijven Design Thinking toepaste voor de ontwikkeling van nu succesvolle producten, zoals de iPhone, kon de methode niet meer stuk.

Design Thinking dwingt je om, samen met de gebruikers, voortdurend vanuit hun leefomstandigheden en wensen te denken. Het is een methode in 5 stappen. Na elke stap kun je ook weer terug naar de vorige, als blijkt dat je niet op de goede weg bent. Het is de bedoeling om zo snel mogelijk werkende prototypes op te leveren en te testen. Zo zie je of (deel)oplossingen werken. Dat is heel wat anders dan traditioneel alles zelf uit te denken en realiseren, om er vervolgens achter te komen dat een oplossing in de praktijk niet werkt. Of dat zorggebruikers er niet mee overweg kunnen of willen.

5 fasen van Design Thinking

De methode Design Thinking kent 5 fasen. In ieder fase zijn er een of meer rollen uit de participatiematrix voor patiënten of zorggebruikers.

1. Inleven met empathie

Achterhaal bij zorggebruikers wat hun wensen zijn, hoe ze denken, wat hun pijnpunten en behoeften zijn. Probeer het exacte probleem helder te krijgen. Niet voor niets heet deze fase empathie: het gaat erom werkelijk te weten te komen wat het voor zorggebruikers betekent. De zorggebruikers die je bevraagt, hebben hier de participatierol van meedenker. Organiseer je ook het bevragen samen met patiënten? Dan zijn zij je adviseur of partner.

2. Probleem definiëren

In de definitiefase interpreteer je de resultaten uit fase 1. Je probeert patronen te herkennen en formuleert het op te lossen gebruikersprobleem. Aan het einde van deze fase heb je een duidelijke probleemstelling. Formuleer dat op een gebruikersgerichte manier. Vervolgens kun je oplossingen en ideeën bedenken in fase 3. Zorggebruikers/patiënten hebben de rol van adviseur.

3. Ideeën bedenken

In deze fase bedenk je zo veel mogelijk oplossingen voor het probleem. Niets is te gek, beperk je niet, laat je creativiteit de vrije loop. Dat is handig om gevoel te krijgen voor de verschillende oplossingsrichtingen. Laat vaste kaders en denkpatronen los om het ei van Columbus te vinden. Leg alle ideeën aan de gebruiker voor. Zorggebruikers/patiënten hebben dan de rol van meedenker/adviseur achteraf. Of nog beter: betrek ze als partner bij het bedenken van de oplossingen.

4. Prototypes bouwen

Dit is de fase van experimenteren en leren. Je maakt snel een aantal eenvoudige en goedkope, maar wel werkende prototypes van de ideeën om ze te testen. Zo komen beperkingen en gebreken vroegtijdig aan het licht. In deze fase kun je oplossingen aanvaarden, verbeteren, opnieuw ontwerpen of verwerpen. Na deze fase weet je hoe gebruikers gaan reageren op gekozen oplossingen en weet je wat het beste werkt. In deze fase kunnen zorggebruikers/patiënten de rol hebben van meedenker, adviseur, cocreator.

5. Testen

In deze fase testen gebruikers het product of de dienst. De testfase geeft vaak inzichten om aan te passen of terug te stappen naar een vorige fase. Of om zelfs de probleemstelling opnieuw te formuleren. Dat kan relatief makkelijk omdat je ook in deze fase nog geen volledig product of dienst gerealiseerd hebt.

Zo experimenteer en test je continu samen met zorggebruikers/patiëntenvertegenwoordigers (cocreatie) totdat je de perfecte oplossing te pakken hebt.

Werkt Design Thinking in de zorg?

In september 2018 verscheen een wetenschappelijke studie van Myra Altman et al. (2018) (PubMed) naar Design Thinking in de zorg. Zij analyseerde 24 voorbeelden en concludeerde dat de methode tot bruikbare en effectieve oplossingen in de zorg leidt. Zowel bij technologische als niet-technologische vraagstukken.

Meer informatie

Lees meer over de methode Design Thinking.