Ga naar de hoofdcontent
Thema

Begrijpelijke informatie: voorwaarde voor participatie

Samenwerken met patiënten, cliënten, burgers in zorg en welzijn (participatie) is noodzakelijk voor een dienstverlening die aansluit op hun behoeften. Voorwaarde is dat mensen begrijpen hoe ze kunnen participeren en wat er van hen verwacht wordt. Meedoen, begint met snappen waar het over gaat. Op deze pagina vind je tips, goede voorbeelden en meer informatie over begrijpelijk communiceren.

Veel mensen hebben moeite met lezen en schrijven

Wist je dat er in Nederland 2,5 miljoen mensen laaggeletterd zijn? Zij hebben moeite met schrijven of lezen. Of met allebei. Hou dus rekening met deze mensen. Tenminste, als je wilt dat de mensen die participeren in je onderzoek, innovatie of zorgverbetering een afspiegeling zijn van de hele maatschappij. En niet alleen hoger opgeleide, witte mensen vertegenwoordigen.
Communiceer daarom helder, in begrijpelijke taal. Dat is taal voor iedereen. Want onderzoek wijst uit dat ook hoger opgeleiden begrijpelijke taal meer waarderen dan moeilijke teksten.

Duidelijke taal: schrijf B1

Maar wat is dan begrijpelijke taal, ook wel eenvoudig Nederlands genoemd? Eenvoudig Nederlands is taal op niveau B1 of A1 en 2. Taalniveau B1 is een punt op de meetlat van de Raad van Europa. Taalniveau A1 is het laagste niveau en taalniveau C2 het hoogste. Het zal je niet verbazen dat C2 taal op HBO- en academisch niveau is. De taal die veel voorkomt in gezondheidsonderzoek en zorgverbetering. Veel mensen begrijpen die taal niet.

Een tekst op taalniveau B1 begrijpt zo'n 80% van de bevolking. Met zo’n tekst kun je alles overbrengen. Als je maar weet hoe. Voor sommige mensen blijkt ook taalniveau B1 nog te lastig. Vandaar dat overheden steeds vaker proberen hun boodschap op taalniveau A2 over te brengen.

Basisregels voor begrijpelijke taal

Er zijn een paar basisregels voor eenvoudig Nederlands. Als je die volgt, ben je al een heel eind. Daarnaast zijn er digitale hulpmiddelen om je tekst te toetsen op eenvoudig taalgebruik. Sommige geven zelfs verbetersuggesties. De belangrijkste regels voor eenvoudig Nederlands zijn:

Opening

  • Bedenk een duidelijke, ondubbelzinnige titel
  • Schrijf een korte samenvatting (de kernboodschap) als inleiding

Woorden

  • Gebruik eenvoudige, alledaagse woorden
  • Gebruik zorgvuldige spreektaal. Vermijd bijvoorbeeld ‘teneinde, aangezien, alsmede, hetgeen, middels’.
  • Schrap overbodige woorden
  • Vervang voorzetselconstructies (aan de hand van = met, door; als gevolg van = door etc.)
  • Vermijd afzwakkers als ‘zullen’, ‘kunnen’, ‘moeten’, ‘willen’, ‘mogen’ (niet: we zullen u de handleiding sturen, maar: we sturen u de handleiding).

Zinnen

  • Schrijf korte zinnen (maximaal 12 woorden) en wissel af in lengte
  • Gebruik verwijswoorden die het verband tussen zinnen verduidelijken (omdat, daarom, die, dat, deze, want, hierdoor, daardoor, eerst, daarna, toen, maar, en…)
  • Vervang lange zinnen met opsommingen door opsommingen in een rijtje
  • Schrijf zoveel mogelijk actief (zo min mogelijk zinnen met ‘worden’ + voltooid deelwoord)
  • Houd woorden in de zin bij elkaar, als ze bij elkaar horen (geen tussenzinnen)

Alinea’s

  • Maak korte alinea’s, elk nieuw (deel)onderwerp in een nieuwe alinea
  • Gebruik tussenkoppen en maak die ondubbelzinnig

Hulpmiddelen voor begrijpelijke taal

Inmiddels zijn er diverse digitale hulpmiddelen voor eenvoudig Nederlands. De grammatica-controle in Microsoft Word helpt je al op weg. Let daarbij op of verbetersuggesties correct zijn. Net als de spellingcontrole, is de grammatica-controle in Word niet optimaal.

Betere hulpmiddelen voor begrijpelijke taal zijn bijvoorbeeld:

Organisaties voor begrijpelijke taal

Heb je behoefte aan ondersteuning door een gespecialiseerde organisatie? Kijk dan eens naar onderstaande websites:

Goede voorbeelden

Zoek je inspiratie voor begrijpelijke taal? Er zijn inmiddels goede voorbeelden zat. Hieronder vind je er een aantal.

Meer informatie